ANALYSE

Groot of klein, wat bepaalt de toekomst van Linden?

Twee actiepunten uit het dorpsontwikkelingsplan van Linden (2007) botsen in de praktijk met elkaar: 1. ondernemersklimaat een kans geven en 2. een leefbaar Linden in de toekomst. Ondernemers die brood zien in de Kraaijenbergse Plassen willen uitbreiden of iets nieuws beginnen. Maar in het dorp wordt gevreesd dat meer verkeer en toeristen de veiligheid en de rust aantasten. Er zijn al heftige discussies gevoerd naar aanleiding van concrete uitbreidingsplannen. De dorpsraad heeft nu aan de gemeente voorgesteld om voor eens en altijd vast te leggen wat onder kleinschalige en wat onder grootschalige recreatie moet worden verstaan. Dat is nodig omdat over Linden en naaste omgeving in beleidsplannen is vastgelegd dat daar alleen kleinschalige recreatie, soms extensieve recreatie genoemd, is toegestaan. De ene partij vindt dat een camping die met veertig chalets uitbreidt nog steeds kleinschalig is, de andere vindt dat de grens daarmee overschreden is.
Laten we nu helderheid creëren over wat we eronder verstaan, zegt de dorpsraad Linden. Waarbij hij eraan hecht dat de definities worden geformuleerd met de leefbaarheid van het dorp in gedachten. De dorpsraad lijkt de gemeenteraad van die noodzaak overtuigd te hebben.
Feitelijk doen de definities er niet toe. Veel belangrijker is, dat de ‘kampen’ (ondernemers en sympathisanten aan de ene kant en 75 procent van de inwoners aan de andere) daar overeenstemming over krijgen. Het voorstel van de dorpsraad is een dappere poging om discussie in de toekomst te vermijden. Maar het lijkt daardoor tegelijk een onmogelijke opgave. Zou zomaar kunnen dat uiteindelijk de gemeenteraad een knoop moet doorhakken zonder consensus in het dorp.
Dat overheden en instellingen elders ook verschillende definities hanteren, maakt het er niet makkelijker op. De provincie noemt een recreatiebedrijf grootschalig als er meer dan 100.000 bezoekers komen. Terwijl het Toeristische Ondernemers Platform (TOP) Brabant een camping met meer dan 25 kampeerplaatsen al niet meer kleinschalig vindt. Ook een punt van aandacht: de cumulatie. Eén bed & breakfast is kleinschalig. Maar zes naast elkaar? Of vier kleine campings?
Wethouder Gerard Stoffels liet doorschemeren dat hij het een lastige discussie vindt: “Niet alle situaties zijn het zelfde te beoordelen.” Wellicht heeft hij de strategische visie 2030 in gedachten: Cuijk moet uitgroeien tot een toeristisch hot spot van formaat. Dan kunnen definities een belemmering zijn.